Een pictogram is een eenvoudige afbeelding
die een object of een gebeurtenis voorstelt. Een voorbeeld van
een pictogram is een verkeersbord. Een plaatje van een rode auto
naast een zwarte auto betekent dat u niet mag inhalen.
In programma's als Internet
Explorer en Outlook
Express is een pictogram een
plaatje dat een commando vertegenwoordigt. Zo staat een plaatje
van een paperclip in Outlook Express voor het invoegen
van een bestand.
'Ping' is een programma waarmee u kunt controleren of uw computer met een andere computer kan communiceren. Het programma 'Ping' werkt alleen onder MS-DOS.
Dankzij de Plug en play-functies herkent Windows 98 in veel gevallen nieuwe hardware die u op uw computer heeft aangesloten. Daardoor is het installeren van hardware een stuk gemakkelijker geworden. Door middel van een wizard kunt u snel en eenvoudig nieuwe apparatuur, zoals een modem, installeren.
Met een plug-in kunt u de mogelijkheden van uw browser uitbreiden. Een plug-in is een soort hulpprogramma waarmee u bijvoorbeeld video- en geluidsbestanden kunt afspelen, zonder dat u de browser hoeft te verlaten. Een plug-in is te downloaden en wordt daarna een onderdelen van de browser. Vandaar ook de naam plug-in.
Als u in Outlook Express met de knop 'Verzenden en ontvangen' verbinding heeft gemaakt met het Internet en u heeft nieuwe e-mailberichten ontvangen, dan vindt u deze in het Postvak IN.
Als u een e-mailbericht heeft opgesteld en u klikt op de knop 'Verzenden' in de werkbalk, dan wordt het e-mailbericht in het Postvak UIT geplaatst indien u nog geen verbinding heeft met het Internet. Om wel verbinding te maken zodat u het bericht echt kunt versturen, klikt u op de knop 'Verzenden en ontvangen'.
PPP is de afkorting van 'Point to Point Protocol'. Dit is een bepaald protocol om gegevens uit te wisselen op het Internet. Dit protocol is wat moderner dan SLIP.
Gegevens op het Internet worden verstuurd volgens zogenaamde protocollen, oftewel regels waaraan de gegevens voldoen. Deze protocollen zorgen ervoor dat gegevens uitwisselbaar zijn en dat de ene computer dus gemakkelijk met de gegevens van een andere computer kan werken. Een voorbeeld van een protocol is 'HTTP'.
De provider is het bedrijf dat u toegang biedt tot het Internet. Dit gebeurt via een Internet-account. Voorbeelden van Nederlandse providers zijn WorldAccess, XS4all, NLnet en Worldonline.
Een proxyserver is een krachtige computer
van de provider. Deze computer gaat voor u op zoek naar informatie
op het Internet en bewaart
deze een tijdje voor de gebruikers. Dit betekent dat u de
gewenste informatie sneller krijgt.
Soms is het noodzakelijk om na de configuratie van het World
Wide Web de proxyserver in te
stellen. Om dat te doen, klikt u op de Start-knop en u kiest 'Instellingen'. Daarna klikt u op 'Configuratiescherm'. In het Configuratiescherm dubbelklikt u op het pictogram 'Internet'. Op het tabblad 'Verbinding' kunt u de
proxyserver instellen. De gegevens die u hiervoor nodig heeft,
krijgt u van uw provider.